Hoe de American dream uitmondt in een nachtmerrie. Vier zonen van de succesvolle professionele worstelaar Fritz Von Erich treden in zijn voetsporen. De twee oudsten, Kevin en Kerry (gespeeld door Zac Efron en Jeremy Allen White) zijn natuurtalenten. Maar David (Harris Dickinson) neemt het allemaal wat minder serieus. En Mike (Stanley Simons)? Voor hem hoeft het al helemaal niet. Maar niemand heeft het lef om tegen hun conservatieve, meedogenloos gedreven vader in te gaan. Het is precies die maniakale ijver – het gevolg, zo wordt gesuggereerd, van een familiedrama – die maakt dat ondanks alle strijd in de ring, de Von Erichs zelf hun grootste tegenstanders zijn. De gelaagdheid en het subtiele cultuurcommentaar van The Iron Claw maken indruk. Filmmaker Sean Durkin (Martha Marcy May Marlene, 2011) weet het zuidwesten van Amerika van eind jaren 70, begin jaren 80 griezelig goed te verbeelden.
De wereld van het professionele worstelen barst van de ambitie en eerzucht – Donald Trump zou later niet voor niets in deze omgeving steun zoeken voor zijn cult-achtige aanhang. De toegewijde cast maakt van The Iron Claw een echte topfilm. En dat geldt zeker voor Efron, die voor deze film niet alleen een uitzonderlijke fysieke transformatie onderging, maar zijn personage ook bijzonder geloofwaardig speelt.